Baby Borstvoeding en fles Stoppen met borstvoeding
Ongeveer de helft van alle moeders geeft de eerste drie maanden borstvoeding. Of je kort borstvoeding hebt gegeven of juist een lange tijd, er komt een moment dat je gaat stoppen met de borstvoeding. Dat besluit kan best emotioneel zijn, vooral als je noodgedwongen moet stoppen. Wat de reden ook is, als je het besluit genomen hebt om geen borstvoeding meer te geven, moet je de melkproductie afbouwen. Op deze pagina vind je informatie hoe je de borstvoeding het beste kunt afbouwen. Aarzel bij problemen niet om hulp in te roepen van een lactatiekundige.
Redenen om borstvoeding af te bouwen
Er zijn tal van redenen om de borstvoeding af te bouwen, bijvoorbeeld omdat je kindje toe is aan vast voedsel en er borstvoedingen zullen vervallen. Of omdat je gaat werken en je melkproductie terugloopt. Het kan zijn dat je zelf besluit te stoppen met borstvoeding geven. Bijvoorbeeld omdat je vindt dat je je kindje lang genoeg hebt gevoed.
Het kan ook zijn dat je zelf liever was doorgegaan met de borstvoeding, maar dat dat niet kan. Omdat je te weinig melk hebt en de productie niet meer op gang krijgt bijvoorbeeld. Of omdat je kindje de borst weigert. Wat de reden ook is, als je stopt met borstvoeding zul je de voeding moeten afbouwen. Dan krijgt je lichaam een signaaltje krijgt dat de melkproductie kan worden gestopt. Zou je niet rustig afbouwen, dan bestaat de kans dat je last krijgt van verstopte melkkliertjes of zelfs een borstontsteking.
Borstvoeding actief afbouwen
Wanneer je kindje bij je drinkt, kun je de voedingen aan de borst stap voor stap vervangen door flesvoedingen. Onderstaand schema is daarbij een handige leidraad. Je kiest een voeding die je wil laten vervallen en je geeft een flesje kunstvoeding in plaats van de borst. Als een van de voedingen aan de borst al niet zo lekker liep, bijvoorbeeld die aan het einde van de middag, kun je die voeding als eerste vervangen. Het is belangrijk dat je het nieuwe schema minimaal een week aanhoudt voordat je weer een voeding vervangt.
Zeker als je gedeeltelijk borstvoeding wilt blijven geven, doe je er verstandig aan heel langzaam af te bouwen. In dat geval kun je over één stap gerust twee of drie weken doen. Wanneer je te snel afbouwt, kan het zijn dat je voeding te snel terugloopt en dat je borsten voor 's ochtends en 's avonds niet genoeg voeding meer produceren. Een ander risico van te snel afbouwen is dat je last kunt krijgen van pijnlijke stuwing of een borstontsteking, omdat de melk zich ophoopt. Maak je borsten in dat geval een aantal keer goed leeg, door vaker aan te leggen of te kolven. Doe dat net zo lang tot de pijn of ontsteking weg is. Helaas bevorder je hiermee ook de melkproductie.
Schema stoppen met borstvoeding
Schema voor het afbouwen van borstvoeding naar flesvoeding.
beginsituatie | borst | borst | borst | borst | borst |
---|---|---|---|---|---|
1 borstvoeding afbouwen | borst | borst | borst | fles | borst |
2 borstvoedingen afbouwen | borst | fles | borst | fles | borst |
3 borstvoedingen afbouwen | borst | fles | fles | fles | borst |
4 borstvoedingen afbouwen | borst | fles | fles | fles | fles |
5 borstvoedingen afbouwen | fles | fles | fles | fles | fles |
Afbouwen door te kolven
Wanneer je, om welke reden dan ook, de melkproductie afbouwt door te kolven, kun je dat doen door steeds minder te kolven. Dat kan op twee manieren: door minder keren per etmaal te kolven of door minder milliliters per kolfbeurt te kolven.
Minder kolfsessies
Als je besluit minder vaak per dag te kolven, dan laat je één kolfbeurt per etmaal vervallen. De overgebleven kolfbeurten verdeel je gelijk over de dag, met eventueel ’s nachts wat meer tijd ertussen. Je kolft je borsten leeg, zoals je gewend bent. Na ongeveer een week vervalt er opnieuw een kolfbeurt en verdeel je de overgebleven kolfsessies opnieuw gelijk over de dag.
Het kan zijn dat je na een aantal weken één kolfbeurt per etmaal overhoudt en dat je die zomaar kunt laten vervallen. Misschien is dat te abrupt en krijg je last van stuwing en harde plekken. Laat er dan steeds meer tijd tussen: eerst één dag, dan twee, enzovoort. Kun je het aantal kolfsessies terugbrengen tot twee per dag, stap dan over op de methode hieronder: het verminderen van de hoeveelheid gekolfde melk.
Minder milliliters
In plaats van minder keren per dag te kolven, kun je er ook voor kiezen minder milliliters te kolven dan je gewend bent, bijvoorbeeld 100 milliliter per kolfbeurt in plaats van 120. Zo breng je de opbrengst geleidelijk aan terug. Na ongeveer een week doe je opnieuw een stapje terug en kolf je weer minder. Stapje voor stapje loopt de melkproductie terug.
Stuwing of pijnlijke borsten, voorkom borstontsteking
Welke methode je ook kiest, het kan zijn dat je last krijgt van stuwing of pijnlijke borsten. In dat geval kun je je borsten één keer leegkolven of de stuwing wegmasseren. Doe je dat niet, dan loop je de kans op een verstopt melkkliertje of een borstontsteking. En goed om te weten: ook als je helemaal gestopt bent, kan het voorkomen dat je een keer last hebt van ‘lekkage’. Gooi de zoogkompressen dus nog niet weg, misschien komen ze nog van pas.